Een rondje langs de sessies
Korte piepjes, regenwaterkelders, watercijfers en de ‘posisjun peepers’. De deelsessies belichten drinkwater vanuit verschillende kanten.
Geschiedenis en toekomst van drinkwater
Regenwaterkelders zijn een nog vrij onbekend historisch fenomeen. Petra van Dam, hoogleraar water- en milieugeschiedenis aan de VU, geeft in haar sessie onder meer uitleg over deze duurzame, veelgebruikte kelders. “Toen vanaf 1853 het drinkwater kwam, zijn de kelders vrijwel allemaal dichtgemaakt. Daardoor vallen ze niet op in oude huizen en is er nooit onderzoek naar gedaan.” Voor 1853 werd regen op het dak opgevangen, via een dakgoot kwam het in de kelder terecht. Op een paar plekken is een regenwaterkelder nog zichtbaar, zoals bij het Burgerweeshuis in Amsterdam.
In plaats van grote en kleine kelders bestonden er ook regenbakken. Die stonden op verschillende plekken in en om het huis. Op bakken die aan de voorkant van een huis waren geplaatst, werd belasting geheven. Dat is goed terug te vinden in de archieven. “We ontdekten dat in Amsterdam deze bakken in arme delen van de stad werden gebruikt”, vertelt Van Dam. “Kelders waren voor de rijken.”
Hierna gaf Mirja Baneke (Vewin) een korte toelichting over de hedendaagse uitdagingen en de drinkwatervoorziening van de toekomst. Hierin gaf zij aan dat de Nederlandse drinkwatersector voor grote uitdagingen staat. “Ik ben ervan overtuigd dat het gaat lukken om deze problemen op te lossen, en de drinkwaterbedrijven nemen hiervoor hun verantwoordelijkheid, maar de sector kan het niet alleen.”
Tuitert en Marcus Aurelius
Bij Mark Tuitert klinken binnen een seconde elf korte piepjes. Wat is dat voor geluid? De ex-topsporter vraagt het de zaal. Die heeft geen idee. Het eerste piepje is de binnenkomst van Tuitert op de 1500 meter schaatsen. Het laatste piepje is de binnenkomst van de nummer elf.
Het geluidsfragment laat zien waar zijn sport over gaat: tienden. “Als het even niet helemaal lekker loopt, kom je misschien een tiende van een seconde later binnen. En dat is het verschil tussen winst en verlies. Tussen het podium en afdruipen richting de catacomben.”
In zijn carrière liet Tuitert zich inspireren door de stoïcijnen en in het bijzonder door keizer Marcus Aurelius. Die zei: “Wat een obstakel was wordt een hulpmiddel, wat je hinderde een bepaalde weg in te slaan wordt een richtingwijzer.” Een andere belangrijke les? Dat zijn sport geen individuele sport is, maar een teamsport. Dat zullen zijn toehoorders herkennen: “Het gaat verkeerd als de ego’s groter worden dan het teambelang.”
Petra van Dam
Mark Tuitert
Harde cijfers
We gaan door naar Peter Hein van Mulligen, die als we binnenkomen zijn verhaal al heeft afgerond. De hoofdeconoom van het CBS en ‘cijferman van Nederland’ houdt van onderbelichte statistieken en deelde dus ook met liefde wat cijfers over drinkwater in Nederland.
“We hebben het vooral gehad over de verantwoordelijkheid die we als individu hebben om zorgvuldiger met water om te gaan. Maar moet de industrie niet veel meer doen?”, vraagt iemand. “Nou, niet per se”, zegt Van Mulligen. “De industrie gebruikt wel veel water, maar dat is meestal geen drinkwater. De bulk van het drinkwater komt bij de huishoudens terecht en gezien de verwachte groei van de bevolking zal die hoeveelheid alleen maar toenemen.”
‘Toelkit’ en ‘fietbek’
“‘Opgavegericht werken’ of ‘werken vanuit een bedoeling’. Dat klinkt toch als: vroeger klooiden we maar wat aan, maar nu hebben we er een bedoeling mee.” NRC-columniste Japke-d. Bouma gaat na haar plenaire verhaal in haar deelsessie nog wat dieper in op de ergste taalclichés in de wereld van het drinkwater. Ze ergert zich aan jeukwoorden als ‘ambitie’ en ‘opgave’, die vaak in de watersector voorkomen. “Het is geen opgave, maar een probleem. Ik krijg het idee dat ze het gewoon niet zo durven te noemen, omdat je dan problemen op moet lossen.” Haar korte, ietwat venijnige beschouwingen zorgen voor veel gegrinnik in de zaal.
Ook afkortingen moeten het ontgelden bij Bouma. “Stoppen met die afko’s. Lekker uitschrijven en uitleggen wat je bedoelt.” En het ergste zijn de Engelse woorden die overal tussendoor glippen. “Nep-Engels. Ik zie het niet als een verrijking, maar verdringing.” Een paar woorden heeft ze fonetisch uitgeschreven en worden geprojecteerd op het scherm: ‘posisjun peeper’, ‘kol toe eksjun’, ‘toelkit’ en ‘fietbek’. “Kijk, dan ziet het er een stuk belachelijker uit.” Op het einde steekt Bouma haar hand op naar de zaal en maakt het V-teken: “Dood aan alle jeukwoorden, leve het vrije woord”.
Peter Hein van Mulligen
Japke-d. Bouma